Deze module behandelt de eerste oriëntatie. Wat is het metamodel? Waar dient het voor? Waar komt het vandaan? Hoe gebruik je het? Wat mag je er van verwachten?
NLP MetaModel — Sterker met taal
Modules
Metamodel Overzicht
Het wereldmodel: Theorie
In deze lessen verdiep je je in het concept van het wereldmodel: de plattegrond die mensen maken van de wereld. Wat is de invloed van die plattegrond? Wat is het verband tussen beleving (wat we zintuiglijk ervaren) en onze ideeën over onze mogelijkheden en beperkingen? En hoe houden wij ons wereldbeeld in stand als we het eenmaal gevormd hebben?
Lessons
Het Mini-MetaModel
In deze lessen maak je je het mini-metamodel eigen. Dit is een verkorte versie van het complete metamodel dat we later behandelen. Je leert bij welke uitspraken je welke vragen stelt. Dat oefen je in de lessen, maar daarna ook in je eigen dagelijks leven. Je gaat zo nel mogelijk in de praktijk aan de slag. De patronen in het mini-metamodel zijn: moeten, niet kunnen, vage zelfstandig naamwoorden en vage werkwoorden.
Lessons
Het metamodel: Deel twee
In deze module breiden we het mini-metamodel uit. We voegen vier metamodelpatronen toe: de halve vergelijking, de weglating, de nominalisatie en de alles-of-niets uitspraak. Met deze lessen maak je je taalkracht weer een stuk groter. Ook deze module omvat weer theorielessen en praktijklessen.
Lessons
Deel drie
In deze module behandelen we het derde en laatste deel van het metamodel. Hier gaat het om oorzaak-gevolg uitspraken, 'gedachtenlezen' en 'eeuwige waarheden'. Drie patronen die een psychologische basis hebben, in plaats van een formele, taalkundige basis.